LINKERBAAN  

De veiligste weg naar jouw rijbewijs.



Wat kun je verwachten bij het examen of de tussentijdse toets ?


Bij het examen of de tussentijdse toets zal je na het introductie gesprek binnen bij het CBR naar buiten gaan.

Jouw examen (of TTT) begint altijd met een ogentest, je zal een kenteken moeten kunnen lezen op ongeveer 20 meter afstand. Daarna vervolg je de weg naar de auto. Bij de auto zou de examinator vragen kunnen stellen buiten de auto, over de auto of in de auto. Dit kan gaan over de banden, de verlichting of de ruitenwissers. Ook kan je vragen krijgen van de verschillende onderdelen onder de motorkap. In de auto kan je vragen verwachten over alle bedieningsknoppen, over waarschuwingslampen in je dashboard of over rijhulpsystemen (ADAS). Op deze pagina vindt je al heel veel informatie over deze onderwerpen, dus ga ze leren. Ook tijdens het lessen is het verstandig om vragen te stellen over dingen die niet duidelijk zijn voor jou want jouw instructeur verteld het je graag. Je kunt maar beter goed voorbereid zijn. Bedenk wel dat je niet zakt op deze controle vragen.

Na de vragen is het tijd om te gaan rijden. Probeer gewoon jezelf te zijn en ga nou niet opeens heel anders rijden.. of ook wel : presteren. Jouw taak bij een examen (of TTT en eigenlijk bij elke rit die jij maakt!) is veilig, vlot waar het kan en vooral zelfstandig te rijden. Het is onmogelijk om een perfecte rit neer te zetten dus denk nou niet bij het eerste beste slordigheidje... oh jee nou ben ik vast gezakt. Een examinator kijkt naar de hele rit en jouw taak is rijden en niet jezelf beoordelen. 


Informatie over de lampen, banden en diverse vloeistoffen.


Waarschuwingslampjes

Er zijn er zeker meer, maar dit zijn enkele belangrijke voor jou het verschilt natuurlijk ook nog wel eens per auto.

Als je het echt niet meer weet kan je altijd nog in het instructieboekje van de auto kijken.

In de regel : 

Oranje lampjes : laat het checken

Rode lampjes : stoppen !

Groene lampjes : goed en/of ingeschakeld


Het rode lampje met daarop een icoontje van een accu wordt altijd getoond bij het opstarten van de accu. Wanneer dit lampje daarna nog steeds blijft branden kan dit logischerwijs erop duiden dat de accu leeg is. Wanneer dit het geval is, is het zaak om de accu op te laden. Daarnaast kan dit icoontje ook duiden op bijvoorbeeld storingen in de dynamo of de aandrijfsnaar. Als je op dat moment dichtbij een garage bent, is het aan te raden om daar naar toe te rijden. Wanneer je onderweg bent en een garage niet in de buurt is, is het zaak om de auto op een veilige plek langs de kant van de weg te zetten.


Wanneer het motoroliepeil te hoog of te laag is, zal dit waarschuwingslampje gaan branden. Als dit lampje gaat branden is het zaak om zo snel mogelijk het oliepeil te controleren. Vul wanneer nodig de olie bij, of tap wat olie af als het peil te hoog is. Als het lampje blijft branden, is het advies om naar de garage te gaan.


Dit icoontje zal op het dashboard verschijnen als er defecten zijn met de airbag. Pas op: bij een aanrijding kan een niet werkende airbag voor ernstig letsel zorgen. Zorg er dus voor dat dit defect zo snel mogelijk verholpen wordt.


Als de bestuurder of passagier geen gordel draagt, gaat dit symbool branden. Ook kan het zijn dat er een zwaarder object op de stoel is geplaatst, die ervoor kan zorgen dat dit waarschuwingslampje gaat branden. Meestal zal er ook een akoestisch signaal gegeven worden.

 

Als de auto opgestart is en de handrem (ook wel parkeerrem) genoemd is ingeschakeld, zal dit lampje gaan branden. Als het lampje na het uitschakelen van de handrem nog steeds blijft branden, kan dit duiden op een tekort aan remvloeistof, of door een storing in het remsysteem. In dit geval is het dus zaak om langs de garage te gaan.



Bij auto’s met een automatische versnellingsbak brandt dit lampje wanneer de elektronische parkeerrem nog is ingeschakeld.


Dit lampje kan gaan branden als het remvloeistofpeil laag is.


Als de auto op contact staat en één van de portieren geopend is, zal dit waarschuwingslampje gaan branden.


Wanneer de stuurbekrachtiging van de auto uitvalt, zal dit waarschuwingslampje gaan branden. Dit zal uiteraard merkbaar zijn door een zwaarder sturende auto. Deze storing kan veroorzaakt worden door een tekort aan olie, maar ook kunnen elektronische oorzaken de oorzaak zijn.


Dit lampje gaat branden als de stabiliteitsregeling geactiveerd wordt door de auto. Dit gebeurt wanneer de auto in de slip dreigt te raken.



Als het brandstofpeil van de auto laag is, zal dit lampje gaan branden. Je kunt aan het icoontje zien aan welke kant de tankdop van je auto zit.


Het voorgloeilampje (ook wel spiraallampje genoemd) brandt bij dieselmotoren als deze motor koud is. Als de buitentemperatuur boven de 8 graden Celsius is, hoeft de auto niet voorgegloeid te worden. Mocht het lampje tijdens het rijden aangaan, zal deze uitgelezen moeten worden. De auto zou bijvoorbeeld in noodloop kunnen gaan.


Het icoontje met het lampje en uitroepteken betekent dat een lamp in de auto defect is.


Dit lampje zal gaan branden wanneer de koppeling ingetrapt dient te worden. Dit lampje is alleen te vinden in auto’s die gebruikmaken van het start-stop systeem.


Dit dashboard lampje zal gaan branden als het reservoir van de ruitensproeiervloeistof leeg is. Deze moet uiteraard bijgevuld worden.



Zodra de achterruit verwarming is ingeschakeld, zal dit lampje gaan branden.


Dit lampje brandt als de mistverlichting aan de achterkant van de auto brandt. Let wel op bij het gebruik van deze verlichting. Deze mag alleen tijdens sneeuwbuien of met mist gebruikt worden als het zicht minder dan 50 meter is.


Dit lampje geeft een indicatie dat er een defect is in het motormanagementsysteem of in de andere elektronica in de auto. Het advies is om eerst naar de motorolie en koelvloeistof te kijken en eventueel bij te vullen. Als het lampje daarna nog blijft branden, dient er een garage opgezocht te worden.


De parkeersensor helpt de bestuurder bij het inparkeren in kleine ruimtes. Deze functie kan de bestuurders in bepaalde auto’s inschakelen. Als de functie is ingeschakeld wordt dit icoontje in het dashboard getoond.


Dit lampje brandt, wanneer je ervoor hebt gekozen om niet harder dan een bepaalde snelheid wilt rijden, bijvoorbeeld wanneer de cruise control wordt gebruikt.



Als een remblok in de auto versleten is, zal dit waarschuwingslampje gaan branden. Om zeker te zijn van een goede remfunctionaliteit is het dus belangrijk om deze zo snel mogelijk te vervangen.


Dit lampje brandt als er problemen zijn met het ABS-systeem. Dit systeem zorgt ervoor dat de wielen niet kunnen blokkeren, zodat de auto niet kan gaan slippen. Als dit lampje brandt, betekent het dat het systeem niet werkzaam is. Zorg ervoor dat je binnen afzienbare naar de garage rijdt als dit lampje brandt om zo verdere schade te voorkomen.


Dit dashboard lampje gaat branden als de bandenspanning van de auto te laag is. In veel gevallen is de band lek, of heeft de band een leegloper. Dit waarschuwingslampje is in auto’s vanaf 2014 verplicht gesteld.


Wanneer de voorruit ontwasemer is aangezet, zal dit icoontje op het dashboard verschijnen. De ontwasemer kan helpen om gecondenseerde of beslagen ruiten schoon te blazen.


Het dashboard lampje met een sneeuwvlokje waarschuwt je voor een lage buitentemperatuur. Bij de meeste auto’s zal deze gaan branden bij een temperatuur van lager dan 4 graden Celsius.









 



Jouw verhaaltje 😉

We gaan een weekendje weg met de auto.


Wat zou je op voorhand kunnen controleren zodat je met een gerust hart op weg kan ?

Ik loop naar mijn auto toe en in de aanloop kijk ik een beetje onder de auto door of er geen olie of andere vloeistoffen onder de auto liggen. Dit kan natuurlijk duiden op problemen. Ook kijk ik naar de stand van mijn voorwielen, staan deze rechts of links ingedraaid of staan deze recht. Ik loop een rondje om de auto heen en controleer de algehele staat van mijn voertuig. Deuken , loshangende onderdelen , zitten al me lampen er nog wel op en zijn deze heel en schoon ;


Verlichting

·        Dagrij verlichting ( DRL – daytime running lights ) Dat zijn die felle led lampen op de voorkant van de auto. Achter branden deze lichten niet en dat kan dus gevaarlijk zijn als jij je daar niet van bewust bent.

·        Stadslicht/parkeerlicht

·        Dimlicht

·        Grootlicht

·        Mistlicht voor (200 meter) is niet verplicht - Mistlicht achter (50 meter)

·        Knipperlichten ( RAW – richting aanwijzers – gevarenlichten )

·        Achteruitrijlicht

·        Kentekenplaat verlichting

·        Remlichten


Ook al is de automatische functie voor de verlichting erg handig het kan ook onverstandig zijn om deze te gebruiken. Je laat de auto voor jou denken en eigenlijk moet je dat gewoon zelf doen. Ik wil bepalen wanneer ik gezien wordt en eigenlijk is dat bijna altijd en niet wanneer de auto denkt dat het nodig is. Denk er bijvoorbeeld aan als het gaat regenen of als je een bebost gebied in rijdt waar het net even wat donkerder is dan normaal. De auto vindt t prima , Ik wil gezien worden en schakel dus zelf mijn dimlicht in.

zitten beide buitenspiegels er nog op en zijn deze heel en schoon ( wel fijn als je er wat in kunt zien toch !? ) , zitten me ruitenwissers er nog op en is het rubber nog goed. Zijn mijn kenteken platen nog wel goed leesbaar ?  Niet geheel onbelangrijk ; zitten er nog 4 velgen en banden onder de auto.


Banden

Over de banden kunnen we ons ook nog wat zaken afvragen :

·        Zit er nog voldoende profiel op de banden ( minimaal 1,6mm – APK afkeurpunt als dat minder is ongeacht of dat nou zomer of winterbanden (advies 4mm) zijn ! )

·        Zit er voldoende lucht in mijn banden ( de bandenspanning moet ongeveer 2.4 BAR zijn – dit verschilt per auto en om dat zeker te weten wat de juiste spanning is kun je in het instructieboekje van de auto kijken )

·        Zitten alle 4 de ventieldopjes nog goed op hun plek ( mocht je er 1 missen zou bijvoorbeeld jouw band kunnen leeg lopen omdat er vuil in komt of je kunt problemen ondervinden bij het oppompen/vullen van de band – oppompen doen we natuurlijk bij de benzine pomp of de garage ) Groene ventieldopjes duiden erop dat de band gevuld is met stikstof en er wordt beweerd dat de band langer de juiste spanning houd.

·        Zijn mijn banden simpelweg nog heel ! Als je bijvoorbeeld schade aan je band hebt, is het verstandig om deze te vervangen

·        Wanneer aanwezig , controleer dan ook de reserveband

Het profiel van jouw banden en de juiste bandenspanning zorgen ervoor dat jij optimale grip hebt met de auto. Te weinig profiel houdt in dat je banden vooral bij vochtig/glad weer moeite hebben met het afvoeren van vuil en vocht en dus heb je minder grip en wordt je remweg ook aanzienlijk langer en dat is gewoon gevaarlijk. Een makkelijke manier om je profieldiepte te controleren is door het slijtindicatieblokje wat er tussen je profiel in zit te bekijken. Is je band gelijk met dit blokje dan is het tijd voor nieuwe banden. De bandenspanning heeft naast invloed op de grip ook invloed op het verbruik van de auto. Met te zachte banden moet de auto veel harder werken om de boel in gang te zetten, daarnaast worden zachte banden sneller heet en neemt de kans op een klapband toe.


Onder de motorkap

Nu je buitenkant van de auto gecontroleerd hebt zou je ook nog onder de motorkap kunnen kijken om de diverse vloeistoffen en bijvoorbeeld de accu te bekijken.

·        Olie pijl stok ( het peil moet tussen de 2 puntjes zitten op het einde van de stok – doe dit met een koude motor en zorg dat de auto op een vlakke ondergrond staat )

·        Olievuldop ( hier vul je waar nodig de olie bij )

·        Koelvloeistof (temperatuur van de motor - als de temperatuur van de motor te hoog is , dit zie je in je dashboard, dan zou de eerste logische stap zijn om je koelvloeistof(reservoir) te controleren )

·        Remvloeistof

·        Ruitensproeier vloeistof ( denk eraan dat je zomer en winter vloeistof hebt )

·        Zit de accu nog goed vast en zijn de accupolen corrosievrij ( de accu spanning testen kan je met een multimeter doen, of lekker de wegenwacht bellen :P )

Voor de koelvloeistof, remvloeistof en de ruitensproeier vloeistof zitten er vaak indicatie streepjes op de vaatjes waar de vloeistof inzit.

Je hoeft echt geen automonteur te zijn om te kunnen/mogen autorijden maar enige basis kennis is toch wel wenselijk/handig.


Nu we de buitenkant van de auto en onder de motorkap hebben gekeken/gecontroleerd kunnen we bijna op weg. Als je instapt en het contact aanzet hebben de meeste auto allemaal controle systemen die je kunt zien in je display ( in de vorm van lampjes ). Als alles oke is zullen de lampjes weer uitgaan zodra je de auto hebt gestart. Soms blijft er een lampje branden en dan is het meestal zaak dat je naar de garage gaat voordat je verder rijdt.

De regel is doorgaans :

·        Oranje lampje - ga naar de garage

·        Rood lampje - stoppen

De diverse lampjes in je display kun je terug vinden in het instructieboekje van de auto



ADAS (rijhulpsystemen)

Advanced Driver Assistance Systems (ADAS) zijn veiligheidstechnologieën die ontworpen zijn om bestuurders te ondersteunen en de kans op ongevallen te verminderen. Deze systemen maken gebruik van sensoren, camera's en radars om informatie over de omgeving van het voertuig te verzamelen en kunnen taken zoals automatisch remmen, sturen en accelereren uitvoeren. ADAS-systemen kunnen onder andere helpen bij file assistentie, adaptieve cruise control, noodstopassistentie en dode hoek detectie. Deze systemen zijn een belangrijke stap richting autonoom rijden en hebben als doel om de veiligheid op de weg te verbeteren.


Hier volgt een lijst van enkele veelvoorkomende ADAS-systemen en hun werking:


Adaptive Cruise Control (ACC): maakt gebruik van sensors om de snelheid van het voertuig aan te passen aan de snelheid van het voertuig voor je.




Lane Departure Warning (LDW): waarschuwt de bestuurder wanneer het voertuig onbedoeld van rijbaan dreigt te veranderen.

symbool wat je in je display ziet



Automatic Emergency Braking (AEB): detecteert mogelijke botsingen en voert automatisch een noodstop uit om een ongeval te voorkomen.

symbool wat je in je display te zien krijgt



Blind Spot Detection (BSD): waarschuwt de bestuurder voor voertuigen in de dode hoek door middel van visuele of auditieve signalen.

symbool wat je in je display ziet



Parking Assistance: maakt gebruik van sensoren en camera's om de bestuurder te helpen bij het inparkeren door instructies te geven en obstakels te detecteren.




Er zijn natuurlijk nog meer rijhulpsystemen. De meest voorkomende zijn toch wel : Het navigatiesysteem in de auto (tomtom, waze, fm etc), de parkeersensors, die via geluid (en/of visuele) signalen laat weten hoeveel afstand je nog hebt tot een obstakel en de CC cruise control of ACC adaptieve cruise control, die ook zelf de afstand tot een voorganger regelt. 

Wil je er nou nog meer leren kijk dan hier : klik




Zorg voordat je weggaat je auto technisch in orde is, je tank gevuld is, de verzekering(en) en de apk in orde zijn, je bijvoorbeeld dekens en wat eten en drinken bij je hebt, je voldoende geld en/of bankpassen bij je hebt, je een gevarendriehoek en voldoende veiligheidshesjes bij je hebt, handige telefoonnummers en/of informatie bij je hebt, je op de hoogte bent van de regels van waar je naartoe gaat ( of doorheen – denk aan het buitenland waar misschien andere regels gelden voor banden of misschien wel tol wegen of vignetten die nodig hebt ). Kortom ; wees voorbereid !

 

NB: bij langere ritten, zeker in het begin als jij nog beginnend bestuurder bent, neem op tijd rust en zorg dat je route is uitgestippeld ( navigatie ). Bij vermoeidheid neemt de concentratie snel af en dat is vragen om problemen. 




































Opbellen
E-mail